|
creatieve
processen
Het voeren en onderhouden
van je kunstenaarschap is een kunst op zichzelf. Niet
alleen kunstenaars hebben ermee te maken, eigenlijk iedereen
die bewust wil leven. Waar hieronder 'kunstenaarschap'
gezegd wordt, mag je ook 'levenskunstenaarschap'
lezen.
alchemie
Het
kunstenaarschap bestaat eigenlijk uit twee verschillende
processen die samengaan of elkaar tegenwerken. Tom Puckey
benoemde die als "het harde en het zachte proces".
Het zachte proces gaat over inhoud en betekenis: het vermoeden,
fantaseren, verkennen van wat zich in je werk (of leven)
afspeelt, waar het naartoe wil. Dit is van meer gevoelsmatige,
onderzoekende en persoonlijke aard. Het harde proces is:
vormgeven, neerzetten. Het in de vorm zetten van die inhoud.
Dan moet je soms knopen doorhakken, waar het inhoudelijk
van je werk soms even op het tweede plan moet worden gezet.
Deze twee processen kunnen strijdig zijn met elkaar, en
waar je ze op een hoger plan kunt verenigen krijg je topkunst.
De twee processen die Tom Puckey omschrijft zijn in de
alchemie bekend als "zwavel" en "kwik",
het mannelijke en het vrouwelijke proces, die tot een
huwelijk moeten komen om het alchemistische 'kind' geboren
te laten worden. Dit kind gaat over je individuele authenticiteit,
en hoe die zichtbaar wordt in je werk en/of je leven.
"Kwik"
of "mercuur", het vrouwelijke, is vluchtig en
vochtig - innerlijk beweeglijk, rijk aan gevoel, maar
het laat zich heel moeilijk vastleggen. Het heeft van
zichzelf geen bestendigheid, en zoekt ook niet persé
naar het kennen van iets hogers. Op zichzelf kan het eindeloos
blijven spelen, zoals een stroompje water dat steeds op
dezelfde manier weer andere vormen maakt. – een
prachtige en eindeloze herhaling van hetzelfde, dat steeds
weer als 'nieuw' beleefd wordt. "Zwavel" of
"sulfuur", het mannelijke element, is vast en
vurig. Het streeft naar de geest ofwel dat wat iets betekent.
Het wil graat iets neerzetten, maar is niet beweeglijk
en kan makkelijk verworden tot een manier van doen die
het gevoel aan de kant schuift, soms zelfs zover dat het
creatieve proces blokkeert. Als dit proces teveel overherest
ontstaat er kunst waar de ziel of de menselijkheid steeds
verder wordt uitgedreven.
Een
derde proces ("sal", zoutvorming of kristallisatie)
moet deze twee krachten tot een vereniging brengen - en
tot die tijd doen ze elkaar teniet. Soms wordt dan het
ene proces tot slaaf gemaakt van de andere: als het harde
proces zijn eigen gang gaat, dan kan de inhoud van je
werk verstarren of zo in de knel komen te zitten dat je
niet meer achter je eigen werk kunt staan. Je krijgt dan
misschien het gevoel dat je je niet meer kunt ontwikkelen
in je werk. Als echter het zachte proces overheerst, kom
je maar niet tot een toonbare vorm voor je werk (eindeloos
jezelf herhalen, niet de kloof zien tussen je beleving
aan het werk en het eigenlijke resultaat, in de schetsfase
blijven hangen, kopschuwheid voor exposeren). Het kan
lijken alsof er heel veel gebeurt, maar feitelijk gebeurt
er steeds opnieuw hetzelfde.
|
|
Voor
je ontwikkeling als kunstenaar (zowel persoonlijk, als
professioneel) hangt alles af van de juiste verhouding
of wisselwerking tussen deze twee processen.
Over
wat "sal" is bestaan verschillende opvattingen.
Rudolf Steiner benoemt "sal" primair als het
denken (maar bij Steiner is "denken" veel meer
dan alleen maar gedachten hebben). Een andere alchemist,
die het bovenstaande toepaste op de gebruikelijke relatie
tussen man en vrouw, benoemde de 4 componenten van Sal
als: liefde, vriendschap, de bereidheid om offers te brengen
(binnen redelijke grenzen), en het streven naar innerlijke
(geestelijke) ontwikkeling. Sal is: dat wat jij éigenlijk
belangrijk vindt in je werk of het leven, en de manier
waarop dat tot uitdrukking komt in je werk. Het kan groeien
als je af en toe afstand nemen van je werk (of leven),
ernaar kijkt, om te zien of je alle aspecten ervan recht
hebt gedaan. Of het overeenkomt met wat je wilde, en of
het ook voor andere mensen duidelijk is. In de balans
van je (levens)kunstenaarschap vormt zich je individuele
"werdegang", je lot, waarin zich uitdrukt wie
je bent, en wat de zin is van jouw leven.
kunstenaarschap,
onderzoek en innerlijke ontwikkeling
Onderzoek
doen en studies maken lijkt saai als je juist graag je
eigen ding wilt doen. Toch kan het handig zijn om je bepaalde
vaardigheden eigen te maken. Iedereen kan schilderen,
het beste is om verf te kopen en gewoon te beginnen. Soms
zul je echter na een tijdje merken dat je steeds dezelfde
dingen blijft doen, of dat je bepaalde dingen niet voor
elkaar krijgt. Dan kan het goed zijn om, náást
je eigen werk, studies te maken of les te nemen. Mijn
eigen (tweede) studietijd viel in de tijd dat ik kleine
kinderen had, en sowiezo niet aan 'mijn eigen ding' toe
kwam.
Vóór
de 20e eeuw waren kunst en wetenschap veel nauwer met
elkaar verbonden dan nu. Wetenschappers maakten tekeningen,
en kunstenaars studeerden anatomie, theologie, biologie
enzovoort. Dat onderzoek was toen nog op de natuur gericht,
maar die werd toen veel meer dan nu in verbinding of samenhang
gezien met de menselijke belevingswereld. |
|
Bezig zijn met persoonlijke ontwikkeling kán deel
uitmaken van je kunstenaarschap, maar het hoeft niet.
De keuze om binnen je werk, binnen dit delicate evenwicht,
primair naar individuele ontwikkeling te streven, is een
persoonlijke keuze die qua carriére niet altijd
even handig uitpakt. Eén van de redenen dat juist
kunstenaars meestal geen kunstzinnig onderzoek willen
doen, is dat het niet strookt met de houding die een kunstenaar
moet hebben om goede kunst te kunnen maken. Een onderzoeksfase
is zowel artistiek als economisch kwetsbaar. Soms kom
je er echter niet onderuit, dan is het nodig om een tijdje
andere dingen te doen, of een tijd te kluizenaren om dingen
uit te proberen die je nog niet kunt.
Het
maken van kunst vraagt een andere houding dan het doen
van kunstzinnig onderzoek. Voor onderzoek moet je zelf
eigenlijk niets willen. Je moet alleen maar werkingen
verkennen, of een bepaalde vraag voor jezelf zo goed mogelijk
beantwoorden. Het eindresultaat daarvan is meestal geen
kunst. Uiterlijk gezien kan het daar wel op lijken, maar
een kenner ziet onmiddellijk dat er alleen maar werkingen
weergegeven zijn. Bij het maken van kunst gaat het er
juist om dat je werk uitdrukt hoe JIJ de werkelijkheid
ziet.
In
het onderzoek doen zijn verschillende niveaus en fases.
Materiaalonderzoek is meestal zowiezo nodig om dingen
te kunnen maken. Kleuronderzoek is voor een schilder wel
handig maar niet direct een must, en innerlijk onderzoek
met behulp van kleur ligt in een nóg subtieler
gebied. Als je van het bestuderen van algemene wetmatigheden
overgaat op het bestuderen van je eigen waarnemingsprocessen,
dan ga je ongemerkt over een grens, die eigen is aan natuurlijke
wetmatigheden. Als je die van binnenuit onderzoekt, onderzoek
je je eigen verhouding ertoe, en op en gegeven moment
wordt je eigen houding onderwerp van onderzoek. Het is
dan niet meer te zeggen of je onderzoekend of scheppend
bezig bent.
Terug
naar boven
|
|
|
|
|