Werkingen
per kleur, benaderd vanuit licht en duisternis
Licht gaat altijd recht van A naar B, soms radiaal, soms perifeer.
Duisternis is inert maar komt in beweging door het licht, licht
geeft er vorm aan. Hoe, dat kun je aan waarnemen aan dingen
als de zon in de atmosfeer, of lichtinval in een stoffige kamer.
Dit
zijn studies, die puur en alleen gemaakt worden om kleur te
onderzoeken, en het atmosferisch weeergeven van kleur tussen
licht en duisternis te leren. Het artistieke is bij dit soort
oefeningen dienstbaar aan het onderzoek. Je controleert ermee
of je werk harmonisch is, of het ademt, niet benauwend werkt,
niet te vaag of te scherp wordt etc.
|
Magenta:
is eigenlijk vanbinnenuit oplichtende duisternis. Dat
is
geen licht zoals wij licht gewend zijn. Duisternis is van
zichzelf niet bewust en niet zichtbaar, maar in magenta
vindt ze een eerste kennismaking met licht (de duisternis
kan zichzelf daarbij nog niet onderscheiden van het licht).
Magenta is het meest zuivere roze, perfect in balans tussen
violet en karmijn, tussen de roden en blauwen. Ze staat
voor slaap, en daarmee voor regeneratie; bij elke huidskleur
zijn littekens roze. Magenta staat ook dromen, en heeft
als kleur associaties met bewustzijnsverruiming (rare pillen).
Een roze bril verandert je ruimtebeleving zó dat
je niet meer de afstand tot dingen ervaart, maar de verbinding
ermee. Magenta kan van donker naar héél licht
en blijft daarbij altijd zichzelf (andere kleuren worden
dan vuil of verliezen zichzelf) Maar: het kan uit zichzelf
geen vorm aannemen zonder onwaar te worden. Magenta en groen
doen samen als interval cobaltblauw ontstaan: ons gewone
dagbewustzijn is te zien als een interval tussen helder
waak- en droombewustzijn. |
Trefwoorden:
Inert,
volmaakte ontspanning, overgave, grens naar het onderbewustzijn,
dromen, éénheidsbeleving, woordeloosheid,
vormloze zijnstoestand, ontvankelijkheid |
|
cultuurperiode:
het oude Indië (veda's) |
|
|
|
|
|
Karmijn:
véél duisternis voor weinig licht. Weinig
vorm, een zacht opgloeien, vanuit een laag centrum. Karmijn
kan eventueel hoog opstijgen, maar wordt dan magenta-achtig
roze, en blijft dan toch lang en traag. Karmijn hoort
nog een beetje bij een andere wereld, die lang geleden
bestaan heeft. Er ontstaat een eerste onderscheid in wat
licht is en wat duister (zoals in het oude Perzië).
Heeft
te maken met de gezonde behoeftensfeer van het lichaam.
Ook de diepe gezelligheid, zoals je die beleeft bij familie
of oude vrienden. Karmijn verbeeldt een verbondenheid
met de levenssfeer. |
|
Trefwoorden:
Koe, gezelligheid, gezonde lichamelijkheid, genieten,
verbinding zoeken, moeder- of familleliefde, Ishtar,
voorwereldlijk |
|
cultuurperiode:
perzië |
|
|
|
|
scharlakenrood:
iets meer licht achter de duisternis. De duisternis kan
zich daardoor samentrekken, het rood wint aan kracht, maar
het gaat nog niet open om zelf licht af te geven of kracht
uit te oefenen. Scharlakenrood is: zo rood mogelijk, zonder
uit te schieten naar buiten toe. Het heeft te maken met
het vermogen om bij jezelf te blijven, en te onderscheiden
wat bij jou hoort en wat bij een ander (in de omgang met
andere mensen). Wat je eigen gevoelens zijn, en wat er op
je geprojecteerd wordt - tussen wat je om je heen waarneemt,
en hoe je zelf op dat moment denkt en voelt. Het kan je
in die zin ook waarschuwen voor subtiele gevaren of ondoordachte
acties. Het kan een zintuig worden voor dingen die je belangrijk
vindt (in bijv. de samenwerking met anderen) |
Trerfwoorden:
waardigheid, integriteit, je grenzen kunnen bewaken,
je innerlijke kind behoeden en opvoeden, de ander
waarnemen als jezelf, je geweten |
|
|
|
|
|
|
|
Vermiljoenrood:
door de toename van licht wint de duisternis zodanig
aan kracht, dat die optimaal haar kracht kan ontplooien.Vermiljoenrood
is niet langer gesloten zoals scharlakenrood: het lijkt
wel te schreeuwen. Voor veel mensen is deze kleur teveel,
en ze vermijden haar liever. Ze kan iets gewelddadigs of
'ordinairs' over zich hebben, waarschijnlijk doordat ze
te maken heeft met stofomzetting, het vormen en afbreken
van materie (voedselverwerking in de darmen, ook). Het maakt
veel uit of je vermiljoen in de vorm van licht of van materie
ziet: als materie heeft ze nog het meest het karakter van
een aardkleur, maar in haar immateriële vorm is het
de krachtigste kleur die er is. Ze kan je oppakken en neersmijten
in één gebaar. Collot noemde gloeiende sintels
ook "vermiljoen". Psychisch staat vermiljoen voor
daadkracht. Ze mag niet gebruikt worden door hartpatiënten. |
Trefwoorden:
brandweer, actie, vuur, materie, power, moed, daadkracht,
je hart sneller doen kloppen, enthousiasme |
|
cultuurperiode:
het Joodse volk (oude testament). Jahweh als toornige
god. |
|
|
|
|
|
Oranje:
De duisternis wordt even sterk als het licht en
kan daardoor vrij bewegen. Ze kan verdund en transparant
de ruimte innemen zonder haar met materie te vullen. Komt
in ons overeen met het vermogen om bijv. je dag te ordenen,
zó dat alles gedaan wordt en op een prettige manier
in zijn flow blijft. Ook: het voelen an sich, de dingen
kunnen ordenen voor jezelf, daarbij tot handelen overgaan
als het nodig is maar zeker niet eerder. Hier in Nederland
wordt oranje altijd te donker gemaakt, wat misschien iets
zegt over onze cultuur. |
trefwoorden:
vrijheid, verantwoordelijkheid, ordening, je leven
inrichten, met gevoelens kunnen omgaan. |
|
cultuurperiode:
Egypte |
|
|
|
|
|
Geel:
De duisternis komt nu in de ban van het licht,
en gedraagt zich helemaal volgens haar wetmatigheden.
Het gedraagt zich als licht maar is eigenlijk lichtende
duisternis......Geel kan stekerig zijn maar ook warm als
een gouden gloed, en verbindt alles met alles. Geel is
heel snel te veel, het grijpt als het ware om zich heen.
Het kan precies zeggen hoe het volgens haar is en lijkt
daarbij ook helemaal gelijk te hebben. Het is het 'spul'
waar onze gedachten van gemaakt zijn. Geel zegt heel makkelijk
"ik" , maar identificeert zich ook met dingen
die het zelf niet is.
Goudgeel
is een kleur met aparte werkingen, heel anders dan het
pure geel. Als vormgebaar zit ze links onderin het schilderij.
Goudgeel is heel voedend en wordt door Liane Collot in
verband gebracht met de aartsengel Michaël. Door
anderen wordt ze in verband gebracht met Maria Magdalena
(wiens kleur 'amber' is). Het heeft te maken met wijsheid,
en met de oorsprong van de menselijke ziel. |
trefwoorden:
je eigen licht, je gedachten verwoorden, zwaard, zeggen
hoe het is, overzicht, bepalen, overtuigingskracht |
|
cultuurperiode:
ook nog egyptisch |
|
|
|
|
|
Geelgroen:
Geelgroen is lichter dan geel (geel zou ons graag anders
doen geloven). Ze stijgt qua beweeglijkheid boven het
zichtbare licht uit en speelt met wel/niet zichtbaar zijn,
met transparantie en verblinding. Hiernaast zie je er
hele kleine stukjes van, met gele schaduwen (de 'puntjes'
onder de dansende vormpjes). Geelgroen verspreidt vooral
heel veel licht. Ze staat voor fantasie en ingevingen,
zoals Ratatosk ("vliegende twijfel", die tussen
de hoogste en de laagste takken van Yggdrasil, de levensboom,
op en neer sprong. In zijn materiële vorm: de elektrochemische
processen waarmee onze ziel aan het fysieke lichaam wordt
gebonden. |
Trefwoorden:
speelsheid, het irrationele, fantasie, vermoeden,
het onverwachte, een bijna ondraaglijke lichtheid,
balanceren in beweeglijk evenwicht |
|
cultuurperiode:
het oude Kreta (een belangrijke voorfase van de Griekse
cultuur) |
|
|
|
|
|
Viridiaan-groen:
Er zijn honderden soorten groen, maar viridiaan-groen is
de meest lichaamsvrije van allemaal. Groen is een beeldkleur,
en staat voor het licht zelf en hoe het substantie aanneemt.
Licht is op zichzelf niet zichtbaar. In viridiaan-groen
kijk je dus naar de duisternis die zichtbaar wordt. Ze is
van een helderheid die zo goed als absoluut is, en daardoor
vreemd genoeg moeilijk waarneembaar (het zijn vooral verschíllen
in bewustzijn waardoor we bewust worden)Viridiaan is de
kleur van de in het lichaam incarnerende geest. Ze kan stil
en betoverend zijn, maar ook koud en snijdend en zelfs draakachtig
(in haar materiële vorm). In haar lichaamsvrije vorm
is het de meest genezende kleur. Lichaamsgebonden echter
vertegenwoordigt viridiaangroen ons dagbewustzijn dat zo
verwoestend uitwerkt op ons lichaam dat we iedere nacht
moeten slapen om ervan te herstellen. |
trefwoorden:
betoverende helderheid, incarneren, heiligheid in
polariteit met de duivel, genezing versus ziekte |
|
cultuurperiode:
het oude Griekenland. Ook: de tijd van Christus' leven
op aarde. |
|
|
|
|
|
Turquoise:
de lichtste blauw. Je ziet haar in de lucht bijna
alleen laag bij de horizon, als door de vrieskou weinig
vocht in de lucht is (Ook: in hele hete en droge streken).
De atmosfeer moet héél transparant zijn om
deze kleur te doen verschijnen. De blauwen gaan over: jouw
licht (bewustzijn) dat zich richt op de duisternis buiten
je - en turquoise heeft véél licht. Het te
maken met denken, maar dan niet zozeer als aktiviteit (die
is geel). Turquoise beklimt de toppen van het intellect
in bijv. wiskunde, schaken etc., maar óók
in intensiteit van de gevoelsbeleving (Ooit zei iemand me,
dat de crime-passionel verhoudinggewijs het vaakst begaan
wordt door wiskundigen). Op zijn best is het als vermogen
om naar je eigen denken te kijken, waardoor je jezelf vrij
kunt maken. Dat gevoel kun je ook krijgen van turquoise
(vrijheid, plezier, vakantie) |
Trefwoorden:
wiskunde, intellect, rondrennen in gedachtesystemen,
extremen in hitte en kou, sterke beleving van gevoelens,
vrijheid, plezier |
|
cultuurperiode:
byzantium |
|
|
|
|
|
Cobaltblauw:is
de natuurlijke intervalkleur (mengkleur als licht) van magenta
en viridiaangroen. Cobaltblauw is de kleur
van de hemel op een wolkenloze zonnige dag. Het geeft van
alle blauwen het meeste ruimte en is minder scherp dan turquoise.
Heeft als kleur een bijzondere band met de vorm van ons
fysieke lichaam: babies die te weinig buiten komen (en te
weinig blauw licht krijgen), krijgen rachitis (misvormde
botten). Ze herstellen daarvan als ze onder een blauwe lamp
worden gelegd. Als bewustzijnsdrager heeft ze cobaltblauw
te maken met het normale, gezonde dagbewustzijn (ook: gezond
verstand), het kunnen waarnemen van het 'normale', van hoe
de dingen zijn. Cobalt geeft de geruststelling dat je niet
alles hoeft te weten, dat de dingen goed zijn zoals ze zijn. |
trefwoorden:
ademen, ruimte, er mogen zijn, zien hoe het is. Het
normale kunnen ervaren. Dankbaarheid, natuurlijke
devotie |
|
cultuurperiode:
de Middeleeuwen |
|
|
|
|
|
Ultramarijn:
deze kleur is vaak even heel intens in de hele
lucht te zien als het donker wordt 's avonds. Ze maakt een
insluitend gebaar - de ruimte wordt weer kleiner. Ze kan
intens, somber en een beetje dramatisch aandoen, ze geeft
aan dat het licht gaat verdwijnen. Op een zwarte achtergrond
doe ultramarijn aan als een warmtegloed die je kunt beleven
aan de materiële wereld zelf, ze wordt dan heel feestelijk.
Ook de archetypische tovenaarsmantel is ultramarijn van
kleur (met gouden sterren). Ultramarijn wordt altijd als
hoofdkleur blauw meegegeven in goedkope setjes verf - dat
zou eigenlijk cobaltblauw moeten zijn, maar dat is waarschijnlijk
te normaal om in het bewustzijn te blijven. (het is net
alsof over cobaltblauw een ontzichtbaarheidssluier ligt,
die bestaat uit normaliteit)/ Ultramarijn heeft net dat
beetje zwaarte waardoor je over de ernst van de dingen gaat
nadenken. |
Trefwoorden:
avondschemering, de tragiek van het verdwijnen van
het licht, magie, beleving opdoen aan de materiële
wereld. Onuitgesproken gevoelswarmte (mannelijk).
Trouw. Intensiteit. Ernst. |
|
cultuurperiode:
late middeleeuwen, misschien de alchemie. |
|
|
|
|
|
Indigo:
bevindt zich als kleur tussen ultramarijn en zwart in. Indigo
is de kleur van de nachtelijke hemel, en heeft te maken
met de materie zelf. Hier is alles onzeker. Daarmee begint
je ontwikkeling als individu: niets weten en het zelf uit
moeten zoeken. Indigo vertegenwoordigt het vermogen om existentiële
vragen te stellen. Dat is een belangrijk en onderschat vermogen.
Indigo is de dood die de wederopstanding mogelijk maakt.
Het is ook de kleur die alle andere kleuren materieel maakt
en kan doen verschijnen. |
Trefwoorden:
Niet-weten, onzekerheid, de materie als enige werkelijkheid,
existentiële vragen, onderzoek. Vastzitten en
dwalen. |
|
cultuurperiode:
materialistische wetenschap (nu, sinds 1750) |
|
|
|
|
|
Blauwviolet:
Hier
begint door te schemeren wat Collot noemde: "het licht
van over de drempel". Als ultramarijn overgaat naar
blauwviolet, verlaat ze de sfeer van het (meer groenachtige)
daglicht en komt in een sfeer waar het licht meer magenta
(dat is, droomachtig) van karakter is. Blauwviolet kun je
heel licht schilderen (lila), maar blijft dan toch donker
aandoen, de impressionisten gebruikten haar om in al hun
lichtheid schaduw te schilderen. Blauwviolet kan streng
aandoen, en het besef geven van een grote verantwoordelijkheid.
Je komt ermee op de grens met een andere wereld. |
Trefwoorden:
andere bewustzijnstoestand, gestrengheid, de drempel
overschrijden, religie, meer dan alleen individuele
verantwoordelijkheid |
|
|
cultuurperiode:
toekomstig |
|
|
|
|
Roodviolet:
een best rare kleur, omdat ze verwijst naar de
roodrand, maar toch nog aan de blauwrand hoort. Ze kan
grote hittestuwingen teweeg brengen in bijv. indigo, en
heeft te maken met ideeën die diep vanuit je eigen
systeem (je spieren) opkomen in je bewustzijn. De rozen
en paarsen, hoe miniem de verschillen ook kunnen lijken,
hebben allemaal hun eigen ruimtelijke werking. Als er
op je schilderij geen vorm is, geen uiterlijk licht waarmee
je de ruimte in kunt schatten, moet je het op gevoel doen,
en dat doe je door middel van de rood-blauwverschuiving
|
Trefwoorden:
het
onderbewuste tegemoet durven treden, feestelijke
warmte, inspiratie, uitvoerende kunsten |
|
cultuurperiode:
toekomstig |
|
|
|
De aanduiding
in van de cultuurperioden kan vrij letterlijk opgevat worden:
de oude Grieken hadden nog geen woord voor 'blauw'. Zij spraken
van een honingkleurige lucht en een wijnkleurige zee.
Bovenstaande
plaatjes heb ik op de computer gemaakt, de vaardigheid daartoe
deed ik op door ze (zoals het hoort) te maken met houtskool
op Canson-Ingres-papier. Deze oefeningen horen tot het basisrepertoire
van de Collot-schilderwijze. Het maken van dit soort studies
kun je zien als een vorm van onderzoek -je voert parameters
in en kijkt wat daar uit komt. Licht hoort in principe bij de
zenuw-zintuigpool en is dus vooral bovenin het schilderij aanwezig.
Duisternis
is: dat wat je nog niet weet of ziet: dat wat leeft in je wil,
als potentie, wat pas vorm aanneemt als het aan het licht komt.
De roden, jouw duisternis vóór een licht, kun
je dan zien als "doen, en aan de hand daarvan bewust worden".
Duisternis
of wil is overal, maar komt in het doen van onderaf tot bewustzijn.
De blauwen kun je zien als: jouw bewustzijn,
dat duisternis daarbuiten beschijnt. De roden, als zijnde duisternis
vóór het licht, hebben meestal een samentrekkende
vormtendens, de neiging om zich te verzamelen vóór
het licht. De blauwen bevinden zich allemaal áchter het
licht, en hebben daardoor een meer wijkend of ruimtegevend karakter.
In
de kleurwereld ontstaat het zichtbare licht in principe tussen
magenta en groen in. In ons heldere dagbewustzijn overheerst
meer het groen als invloed, in ons droombewustzijn overheerst
meer het magenta als invloed. In deze opstelling is gekozen
voor het 'dagbewustzijn': het licht komt van bovenaf (het schilderij
moet je zien als beeld van je romp). Als er echter niet ook
een béétje licht van onderaf komt, of als spiegeling
aanwezig is onderin, dan voelt het alsof je bent opgesloten
of niet kunt ademen. Er moet onderin óók licht
zijn, al is het maar een klein beetje.
Dit soort
oefeningen zijn zowel objectief als individueel (en dus persoonsgebonden).
Als twee mensen dezelfde oefening maken, zullen er altijd kleine
verschillen zijn, waar je het echter goed over kunt hebben met
elkaar. Die verschillen hebben te maken met hoe je in elkaar
zit; iedereen is weer een beetje anders van consitutie, en neemt
weer andere kwaliteiten mee uit vorige levens. Verder zijn er
natuurlijk verschillen in opvatting; over wat gezond is, is
men het meestal wel eens, maar over wat bestrevenswaardig is
kunnen de meningen verschillen. Hier spreek ik dus alleen voor
mezelf. V anuit deze techniek is schildertherapie ontwikkeld
die met name wordt ingezet bij lichamelijke ziekten.
Lichamelijke ziekte kun je zien als iets dat afkomstig is uit
de ziel, en is neergeslagen in het lichaam (een soort reinigings-
of verwerkingsmethode, de ziel heeft er dan geen last meer van).
Door schildertherapie kun je de ziekte weer omhooghalen in de
ziel en haar daar verwerken. Wie
meer wil weten, kan ik de boeken van Liane Collot-d'Herbois
aanraden (o.a."light, colour and darkness in painting therapy).
Klik
hier voor een samenvatting van de onderzoeksresultaten
|