|
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
materialen
acrylverf heeft een boel voordelen: het kan op papier, je kunt er mee 'waterverven' maar er ook heel dik mee werken, het is snel droog. Het enige nadeel is dat het synthetisch is. Over de voor- en nadelen van een synthetisch bindmiddel kun je discussiëren, maar synthetische pigmenten vind ik meestal niet mooi. Wat je kunt doen is, pure pigmenten kopen (van verfmolen de Kat, of van Schmincke), die aanwrijven met een loper en een glasplaat (beetje water erbij, tot tandpastadikte), en dat 1 op 1 vermengen met een acryl-binder. Dan heb je acrylverf met pure pigmenten. Vaak is zulke verf niet erg dik en ook niet erg dekkend, maar de kleuren zijn heel natuurlijk. Wel een goed kleurassortiment: ARA-acrylverf. eitempera is één van de oudste verfrecepten ter wereld. Hiervoor moet je pigmentpasta maken - droog pigmentpoeder aanwrijven in water, met een glazen loper op een glas- of marmerplaat, tot het zo dik is als tandpasta. Doe het in een goed sluitend potje, en geef het mengsel regelmatig een klein beetje water (want het droogt makkelijk uit). Voor het bindmiddel neem je een vers ei. Splits het ei. Doe de dooier van je ene in je andere hand, waarbij je je vrije hand steeds afdroogt. Als de dooier droog is, prik je hem door en laat het struif in een glas lopen. Doe er een eierdopje water bij (evenveel als het struif), en meng dat mengsel weer 1 op 1 aan met de pigmentpasta. Deze verf is héél snel droog (stolt door UV-licht), maar daarna nog lang heel kwetsbaar. Eitempera hardt uit door de jaren heen, en versteent uiteindelijk. Ze moet op doek of paneel verwerkt worden, en wordt vaak als onderschildering gebruikt bij olieverfschilderijen. olieverf is: pigment in olie aangewreven. Om dat te leren, kun je het beste een cursus klassieke olieverfbereiding doen bij verfmolen de Kat. Verf kopen kan natuurlijk ook. De pigmenten zijn vaak wel goed, maar er zitten vaak allerlei vulmiddelen in om te zorgen dat alle kleuren dezelfde eigenschappen hebben. Dat hebben ze van zichzelf niet, maar daar kun je ook gebruik van leren maken. Het geeft een meer natuurlijke indruk. Olieverf droogt heel langzaam, om het proces te versnellen kun je er liquin van W&n bij doen. Niet te veel in de laatste lagen, want dan wordt je verf egaal-spekkig. Een olieverfschilderij moet opgebouwd worden in lagen die van mager naar vet gaan (steeds iets meer of vetter medium erbij). Medium is: half dammar-vernis, half standolie. Niet meer dan 10%. Olieverf gebruik je op doek of paneel (op papier is het niet houdbaar) Houtskool - hiermee kun je studies maken in zwart-wit. Het best doe je dat op canson-ingres papier. Neem een dik stukje houtskool en werk ermee op de brede kant. Kijk uit of er geen noesten zitten in je stukje houtskool, want die zijn hard en veroorzaken krassen. Priem ze er zonodig uit. Fixeer af en toe je werk tussendoor - mooie stukken blijven dan behouden. Ook om een diep zwart te kunnen krijgen moet je fixeren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ouder werk |
creatieve processen |
kunstzinnig onderzoek (kleur, compositie, perspectief) |
opzetjes en kleuroefeningen (met transparante verf) werken in lagen (met dekkende verf)
|
kijken naar kunst |
![]() |