home
informatie
contact

 

 
 

 

 

   
 
 
 
 
sitemap
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Islam en antroposofie - gepubliceerd in Seizoener, herfst 2016

Langzamerhand ontstaan er in Egypte, India, Zanzibar en Turkije steeds meer vrijescholen die wortelen in een islamitische cultuur. Die cultuur staat vandaag de dag behoorlijk in onder druk, door veel kwade pers en de daaraan gerelateerde angsten. Maar over welke islam hebben we het eigenlijk? Bevat de islam ook een spirituele kern, waar we in het vrijeschoolonderwijs op een zinvolle manier bij kunnen aanknopen? Met Hendrik Jan Bakker, oudvrijescholier, vrijeschoolouder en sinds 1997 moslim, gaan we op zoek. 

Tekst Evelien Nijeboer

Cultuurverschillen
Hendrik Jan – in pak, met baard, soms met tulband – doorliep de vrijeschool en werkt nu op een advocatenkantoor op de Amsterdamse Zuidas. Buiten kantoororen zet  hij zich in voor Sekem, een  biologisch-dynamische landbouwgemeenschap in Egypte waar islam en antroposofie belangrijke inspiratiebronnen zijn.  Hij kwam met de islam in contact door zijn Indonesische vrouw, met wie hij drie kinderen heeft die naar de Haagse vrijeschool gaan. Hendrik Jan ‘Wanneer we het over de islam spreken, is vaak niet duidelijk of we het over de spirituele kern hebben of over de manier waarop islam in praktijk wordt gebracht. Maar ook die kern is vaak niet helder in beeld. Wij denken dat we universeel waarnemen, maar ons beeld van ‘religie’ is gevormd door onze West-Europese, christelijke cultuur. Als je zo naar een andere religie kijkt, projecteer je er onbedoeld een beeld op dat er niet bij past. De islam kent bijvoorbeeld geen kerkelijk gezag .  Als moslim onderhoud je een band met God zonder tussenkomst van wie dan ook. Je overweegt welke leefregels je kunt volgen en je ontwikkelt je zielenleven door meditatie en gebed. Maar in de Koran e vind je ook geopenbaarde ethische principes en richtlijnen. Islam gaat namelijk óók over hoe een rechtvaardige samenleving zou moeten worden ingericht.  Er is meestal wel een scheiding tussen religieus en wereldlijk gezag, maar heel anders dan in het westen.’  Wat de islam is, kan ook een moslim je dus niet zomaar uitleggen.

Goede inborst
In de moslimtradities is het uitgangspunt dat elk mens fitrah heeft, een aangeboren goede inborst. Daarmee kan hij direct contact hebben met God. Hendrik Jan: ‘Niet iedereen durft daarbij op het eigen oordeel af te gaan, dus er zijn korangeleerden en verschillende, elkaar erkennende stromingen in de rechtsgeleerdheid. Maar er is ook de mystieke soefibeweging, waar het geestesleven geheel op innerlijke vrijheid berust.’ In het esoterische christendom waar ook de antroposofie in wortelt, is vrijheid een centraal thema. En in ons seculiere ‘vrije westen’ worden mensen vaak atheïst om  vrij en zelfstandig te kunnen worden.. Maar volgens Ibrahim Abouleish, moslim en antroposoof in Egypte en founder van de gemeenschap Sekem, heeft vrijheid pas zin als een mens zijn geest in verbinding kan brengen met de wereldgeest, die alles verbindt op een hoger niveau. Anders is een mens ofwel in zijn kleine zelf gevangen,  ofwel een slaaf van zijn lagere natuur – en dus onvrij.   

Vrijheid en onrust
‘Er is geen dwang in het geloof,’ zegt de Koran. Hoe komt het dan dat vrijheid vaak toch een probleem is in moslimlanden? Hendrik Jan: ‘Dat is een relatief jong probleem – moslimculturen stonden van oudsher bekend om hun tolerantie jegens joodse en christelijke minderheden. Het komt denk ik door de huidige politieke en sociaal-economische onrust. En die heeft weer te maken met de westerse Midden-Oostenpolitiek sinds de eerste wereldoorlog. Door de industrialisatie werd Europa economisch superieur. Moslims kregen het idee dat God zich van hen had afgekeerd. In plaats door van binnenuit te moderniseren, deden ze een beroep op Europese regeringen en zakenlieden, en boden weinig verzet toen na WO-1 het kalifaat (de vereniging van politiek en religieus leiderschap dat de moslims samenbond) werd afgeschaft. Het Midden-Oosten werd opgedeeld in Engelse, Franse en Russische invloedssferen, waaruit later natiestaten werden gevormd naar westers model, met westerse wetgeving - maar zonder westerse vrijheden. Hierbij werd geen rekening gehouden met de natuurlijke grenzen tussen volkeren en religieuze stromingen - wat een bron van conflicten opleverde. Bovendien werden die staten geleid vanuit een seculiere bovenlaag, die geen rekening wilde houden met de religieuze tradities – waarin nou juist de moraliteit van het volk verankerd is. Burgers in de moslimwereld proberen nu hun eerdere identiteit en vrijheden terug te claimen. De hernieuwde focus op de islam kun je daarbij zien als een emancipatieslag. Een probleem daarbij is dat wordt teruggegrepen op uiterlijke vormen die niet meer passen bij de huidige tijd. Net als Rudolf Steiner constateerde bij het christendom van zijn tijd, bestaat er bij velen geen begrip meer voor de diepere religieuze waarden van de islam. Die moeten opnieuw worden ontdekt. Daarvoor moet de islam door een crisissituatie.’

Verlichtingsidealen
De islam draagt al wel een kern van sociale vernieuwing in zich: Mohammed introduceerde rechtsprincipes en ethische richtlijnen, zoals de herverdeling van rijkdom, religieuze tolerantie en solidariteit. Volgens sommige moslims praktiseerde Mohammed in zijn tijd al de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Hendrik Jan: ‘De oemmah, de gemeenschap van gelovigen, is universeel en staat los van familiebanden en etnische lijnen. In de oemmah is iedereen voor God gelijk.’ Een deel van de aantrekkingskracht van IS is, dat ze beweren die gemeenschap te willen herstellen. IS maakt echter juist het tegenbeeld van de islam zichtbaar, doordat de spirituele vernieuwing, namelijk het weer in contact komen met die universele religieuze kern, ontbreekt.’

Sekem 
Een prachtig voorbeeld van die vernieuwing vinden we in Sekem in Egypte, een succesvolle BD- holding met zo’n 2000 werknemers. Stichter Ibrahim Abouleish werkt vanuit antroposofische én islamitische waarden aan gemeenschapsvorming, en daarmee ook aan de spiritualisering van de islam. Die verbinding was al gelegd door Goethe, een der grote inspiratiebronnen van Steiner. Goethe werd geïnspireerd door al-Hallaj en Hafez, godzoekers in de soefitraditie. Ibrahim Abouleish, op zijn beurt weer geïnspireerd door Steiner, brengt het in Sekem samen. Iedere werkdag wordt begonnen met een kringspreuk van Steiner en Abuleish mediteert dagelijks op de negenennegentig schone namen van Allah, waarna hij zijn inzichten tot in de bedrijfsvoering toepast. Sekem wordt ook geleid volgens Goethes principes van polariteit en steigerung, ofwel  het scheppen van een eenheid die de tegenstelling overstijgt. In plaats van rechtlijnige, eenduidige doelen na te streven, zoek je bij het nemen van beslissingen telkens opnieuw de juiste balans gezocht tussen polariteiten als individu en gemeenschap, of groei en kwaliteit. De balans daartussen brengt een hogere oplossing, de steigerung. Volgens Abouleish gaat de islam over zo’n zelfde zoeken naar verbondenheid  tussen de mensengemeenschap (oemmah), de schepping en God. Hij constateerde ook een directe relatie tussen de islamitische gebedstijden en de levensprocessen van de planten, die beide worden geregeld door de stand van de zon. Door de dag heen wisselt de plant, tegelijk met elk voorgeschreven gebedsmoment, van stofwisselingsproces. Door juist op die tijden de verbinding met God te zoeken, voegt de mens zich in het ritme van de natuur.’

Koran
‘De Koran is geen boek dat je als westerling zomaar kunt lezen,’ zegt Hendrik Jan. ‘Morele richtlijnen, aanzetten tot wetgeving en moeilijke, meerduidige esoterische teksten staan ogenschijnlijk ongeordend door elkaar heen. Daarbij hebben Arabische woorden vaak meerdere betekenissen. Het beruchte vers waarin zou staan dat een moslim zijn vrouw mag slaan, kan bijvoorbeeld ook zo vertaald worden dat een echtscheiding bij relatieproblemen de uiterste oplossing is. Het Arabische woord daraba betekent namelijk naast ‘zachtjes slaan’ ook ‘verlaten’. Rudolf Steiner achtte het Logos- of Christusprincipe van universeel belang, waardoor antroposofen soms denken dat het christendom de enige ware religie is. Volgens Steiner weet de gemiddelde moslim trouwens meer over Jezus dan de doorsnee kerkganger, want Jezus – Isa – wordt veelvuldig in de Koran genoemd als profeet vóór Mohammed.’
Het Christus- of Logosprincipe is in alle grote religies werkzaam als spirituele kern. Volgens Abouleish kun dit principe ook terugvinden in de Koran. Het woord ‘kalam’ uit de eerste soera betekent ‘schrijfriet’ of ‘het woord’, maar volgens Abouleish ook ‘de Logos’ - zoals Christus in het esoterisch christendom  genoemd wordt. Deze Logos verbindt ons allemaal met ons diepste spirituele thuis, met de bron van eenheid waaruit alle zielen stammen.

Studie
De meeste vrijeschool-jaarfeesten komen voort uit de christelijke (volks)traditie, omdat die hier nu eenmaal gangbaar is. Maar het leerplan van de vrijeschool is in principe geschikt voor alle culturen en religies. Het is alvast helemaal in lijn met de richtlijnen (Hadith) van Mohammed, die stelde dat je kinderen tot hun zevende jaar moet laten spelen, ze tot hun veertiende moet onderwijzen en ze daarna als gelijke moet behandelen.Hendrik Jan: ‘Maar: het ontwikkelen van goed lesmateriaal of nieuwe jaarfeesten is pionierswerk. Van Mohammed is er bijvoorbeeld geen echt goede biografie. Religieuze jaarfeesten zijn er wel, hoewel de islamitische jaartelling aan de maan is gebonden, niet aan de zon. Het Suikerfeest gaat over het vieren van een geslaagde vastentijd,  het  Offerfeest gaat over het delen en schenken aan de gemeenschap. Maar je moet je echt kunnen verbinden met de esoterische kern om de eigenlijke zin van zo’n jaarfeest toegankelijk te kunnen maken voor de kinderen op school’.  Zo’n studie heeft nog meer voordelen: onderzoeken hoe het universele principe of de Zonnelogos in elke religie tot uitdrukking komt, was volgens Steiner een voorwaarde voor het ontwikkelen van een zelfstandig denkvermogen.   Hendrik Jan: ‘Je écht verdiepen in een andere religie, zonder vooroordeel, vraagt dat je je meest dierbare overtuigingen ook kritisch onder de loep durft te nemen. Je leert daarbij niet alleen de ander, maar ook jezelf opnieuw kennen.’