tekst
bij de tentoonstelling in Fontrodona Artspace.
Installatie
(foto's en schilderijen op een muurschildering).
7/6-4/7
2014 |
|
(For
english, scroll down) |
|
Cleaning
the machine
Ooit
begon ik als fotokunstenaar. Ik hield ervan te zien hoe licht zich
afdrukt in materie. Foto’s afdrukken deed me denken aan hoe
herinnering werkt. Als je je iets herinnert haal je niet een oude
waarneming terug, je reproduceert een nieuwe versie ervan. Herinnering
is geen archief maar een reconstructie. Vaak veranderen we daarbij
ongemerkt iets aan het beeld. Keken we niet goed, of brengen we
het beeld in overeenstemming met wat we beleefd hebben? Wat is werkelijkheid,
als het níet is wat wij beleefd hebben? Maar wat we zien
is direct gebonden aan wie wij zijn en wat we weten. Terwijl we
kijken ordenen we razendsnel wat we zien. We omkaderen, beoordelen,
geven betekenis, kennen belang en waarde toe. Het fenomeen ‘klokkenluider’
– iemand die ziet wat hij ziet - laat zien hoe beladen dat
kan zijn.
Later zag ik dat
de klassieke techniek van ‘onderschildering’ veel
lijkt op fotografie: zo’n schilderij ontwikkelt zich
als een foto in een bak met chemicaliën. Langzaam opkomend
als geheel, reagerend op het licht (of, de aandacht van de
schilder). Een contrasterende onderschildering brengt de kleuren
tot leven. De ‘dode laag’ (zwart-wit) daar tussenin
maakt het beeld 'echt', geeft het beeld een materieel-fysieke
kwaliteit. Die gelaagdheid lijkt overeen te komen met de manier
waarop onze waarneming functioneert.
|
|
Als
we kijken resoneren alle lagen mee - idealen, oerbeelden,
archetypen, ambities, verlangens, angst, weerstand, schaamte.
Zo binnen, zo buiten. Licht en duisternis vormen ons beeld
en we dragen ze ook in ons. Licht betekent : ‘zien’
of bewustzijn. Duisternis staat voor ‘niet zien’,
‘niet weten’, voor materie en misschien ook wel
voor die ruwe kern die ons individualiseert en drijft, die
ons ondernemend maakt en moeilijk in te schatten. Bij ‘het
spirituele’ denkt men altijd aan licht. Maar licht is
zonder duisternis helemaal niet zichtbaar.
|
Ik
reproduceer beelden die indruk op me maakten – bergen,
stoplichten, explosies – om te zien hoe dat proces
in z’n werk ging. Zoals je een machine uit elkaar
haalt om te zien hoe die werkt, en hem daarna weer in elkaar
te zetten. Uiteindelijk blijkt er altijd een betekenis of
idee achter te zitten, een stoplicht staat bijvoorbeeld
voor ‘regels’ of ‘keuzes maken’.
Maar het bewustzijn daarvan komt altijd achteraf.
Ik
houd van de buitenkant van de dingen. Het is de democratische,
gedeelde noemer van onze waarneming. Iedereen kan hem zien.
Hij vraagt betrokkenheid en houdt ons ‘hier’.
Waar de waarneming is, is ook de ziel. Het vlies daartussen
is ademend en flinterdun.
|
|

Meer
foto's hier
|
Dingen
als ‘echtheid’ en ‘waarde’ interesseren
me. Wat wil een mens zien, wat vind ik belangrijk? Vaak zijn
dat hele algemene dingen, hoewel zingeving een hoogstpersoonlijke
kwestie is. In dit gebied zitten het banale en het ideale
aan elkaar vast. Idealen, ambities, wensen en behoeften kunnen
ongemerkt elkaars plaats innemen. Ze zijn als een grijsschaal
waarin je alleen op eigen aandacht kunt navigeren. Als ik
geen vertrouwen had in de mensheid had zou het de moeite niet
waard zijn. Maar zelfonderzoek, het willen weten omtrent eigenlijke
ideeën, gevoelens en drijfveren, is wat me gaande houdt.
Meer
foto's hier |
In
English:
Cleaning
the machine
When I started I was a photo artist. I liked to see light making
its imprint in matter, changing and transforming it. Printing photos
reminded me of the process of memory. If you recollect something,
it's not an old perception that you pulled back into consciousness
- you recreate a new version of the old perception. Memory is not
an archive, it's a reconstruction. Often we involuntarily change
something in the process. Didn't we look well, or are we adjusting
the image to what we experienced at the time? What is reality, if
nót that which we experienced? That which we see is bound directly
to who we are and what we know. While we look we categorize things
in the blink of an eye. We frame, classify, judge and give meaning.
The phenomenon of the 'whistleblower' - a person who sees what he
sees- shows how precarious that can be. It shows that perception
is never just subjective and always connected to values.
Later I saw that the classical technique of underpainting resembles
photography a lot. Such paintings develop like a photo in a bath
of chemicals: slowly coming up as a whole, responding to the light
(the painter's attention). A contrasting underlayer brings color
to life. the 'dead layer' (black and white) makes the image 'real',
physical and almost tangible. The colors, after that, add life.
The layeredness seems to correlate to the way our perception functions.
All layers of our being resonate when we see: ideals, archetypes,
ambitions, desires, fear, resistance, shame. As inside, as out.
Light and darkness form our perception and we also carry them within
us. Light means: to see, to be conscious. Darkness means: to not
see, not know. It means 'matter' and maybe also that raw nucleus
that drives and individualizes us, that makes us active and hard
to predict. With 'the spiritual' one tends to think of light. But
light is never visible without darkness.
While
perception becomes conscious, it’s already there. I reproduce the images that made an impression on me - moutains, traffic lights, explosions - so I can see how the becoming-conscious works. Trying to
catch glimpses of this process I hope to find some selfknowledge.
Objectifying perception feels like, deconstructing a functional
machine to find out how it works. After maintenance and cleaning
I put it back together. In the end there's always meaning - a traffic light means 'rules' or 'making choices'. But that knowledge usually only comes in retrospect.
In making these’reconstructions’ (paintings) I like
to hang on to the outside of things, because it’s the common
denominator of our perception. It keeps us connected. Where perception
is, there is the soul. The veil inbetween is as thin as a breath.
I’m interested in ‘value’, or what is ‘real’.
What do I want to see, what do I find important? Often these are
very common things, even though the quest for meaning is a highly
personal one. In this area, banality is the other end of the ‘ideal’.
Here, ideals, ambitions, needs and urges inconspicuously take each
other’s appearance. By painting these subjects I try to clafiry
all this and explore the grayscales. It requires both caution and
faith. Because some meaning is always involved but most of the time,
but knowing what comes usually after events have happened.
I wouldn’t bother if I had no faith in mankind . But it’s
suspicion towards my own motives that keeps me going.
Terug
naar boven.
|